De naam Spaarnegeuzen is afgeleid van de Nederlandse tegenstanders van de Spaanse koning Filips II. Niet alleen onze groep draagt een geuzennaam, ook het overgrote deel van onze vloot is vernoemd naar een geus.

Uiteindelijk leidde het verzet van de Geuzen tot de Tachtigjarige Oorlog. Een oorlog die in de loop van de zestiende eeuw binnen de Lage Landen uitbrak en tot de onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden zou leiden.

Toen het stadsbestuur van Haarlem onder druk werd gezet om partij te kiezen voor de geuzen, wil het alleen een groep geuzen onder leiding van Ruychaver accepteren binnen de poorten. En dan alleen als de dreiging echt groot wordt.

De familie van Ruychaver komt uit Haarlem en staat kennelijk goed te boek. Rond 14 juli 1572 trekt Ruychaver met een groep van 150 schutters Haarlem binnen. Haarlem hooprt hiermee een overrompeling door de Spanjaarden, die inmiddels in Amsterdam zijn samengetrokken, te voorkomen. In Haarlem en omgeving worden kloosters en kerken geplunderd om de oorlogskas van de prins te spekken. De geuzen worden ondergebracht in onder meer het Sint Jansklooster.

Door gebruik te maken van het Spaarne en het Haarlemmermeer wisten de Geuzen lange tijd de verbinding met de stad in stand te houden. De wraak van de Spanjaarden was niet mis. In 1573 moest Haarlem zich overgeven aan de legers van Don Frederik van Toledo, die de bezetters uitmoordde en vervolgens de bevolking uitschudde.